Behandeling

Tijdens het eerste consult vindt altijd een anamnese, onderzoek en een deel van de behandeling plaats.

Anamnese

Bij het eerste bezoek wordt een vragenlijst met u doorgenomen waarbij er ondermeer naar de klachten, behandelingen, operaties van het gehele lichaam wordt gevraagd. Hiervoor wordt uitgebreid de tijd genomen, omdat deze informatie belangrijk is om het ontstaan van uw klacht en een mogelijk verband tussen (eventueel) verschillende klachten te onderzoeken. De anamnese is noodzakelijk om een totaalbeeld van de patiënt te krijgen.

Onderzoek

Na de anamnese volgt er een uitvoerig onderzoek, waarbij de patiënt gevraagd wordt zich uit te kleden. De osteopaat zal met de handen voelen en onderzoeken hoe het met de beweeglijkheid van uw lichaam is gesteld. Omdat de oorzaak van een klacht niet hoeft te liggen in het pijnlijke gebied, onderzoekt de osteopaat het gehele lichaam. Niet alleen de beweeglijkheid van de gewrichten en spieren wordt onderzocht, maar ook de beweeglijkheid van de organen en de schedel. Wanneer de anamnese en het onderzoek achter de rug zijn, wordt een osteopatische behandeldiagnose opgesteld.

Behandeling

 

De behandeling kan variëren van heel subtiel tot vrij stevig, waarbij het menselijk lichaam altijd wordt gerespecteerd. Ogenschijnlijk werkt de Osteopaat alleen aan de buitenkant van het lichaam, maar in werkelijkheid worden ook de diepere weefsels behandeld. De patiënt ervaart hierdoor vaak een gevoel van warmte, tinteling of prikkeling.

Bij forse blokkades in de rug, nek of bekken kan het nodig zijn deze blokkade te herstellen via manipulaties omdat scheefstand en/of het scheef bewegen van wervels, ribben en het bekken druk op de zenuwbanen, bloed- en lymfevaten kan veroorzaken met als gevolg een verstoring van het evenwicht in het lichaam.

Behandeling van de buikorganen en de schedel geschiedt subtiel = met minimale druk.

Na 3 behandelingen moet een behandeling aanslaan en duidelijk minder klachten geven.

Bij onvoldoende of geen resultaat wordt gestopt met behandelen of vindt (na toestemming van de patiënt) verder overleg plaats met de huisarts.

Vervolg behandeling:

Een vervolgbehandeling vindt nooit plaats binnen een week na de eerste behandeling, bij voorkeur pas na 2-3 weken om het lichaam de gelegenheid te geven om te reageren op de veranderingen die hebben plaats gevonden.

Bij aanvang vindt altijd eerst een controle plaats van de bevindingen die in de voorgaande behandeling hebben plaats gevonden en deze gegevens vormen de basis voor de verdere behandeling.